Beleid

Stichting Nationaal Sleepvaart Museum 

Maassluis 

Maassluis havenkom1

 

Beleidsplan in hoofdlijnen 

2015 – 2020 

De doelstelling van het museum 

De Stichting Nationaal Sleepvaart Museum heeft ten doel het in stand houden van een museum in Maassluis, waarvan het verzamelgebied zich uitstrekt over alle aspecten van de Nederlandse zee- en binnensleepvaart, de aan Nederland gerelateerde offshore-industrie en het zwaar transport op zee, voor zover sprake is van een relatie met Nederland of Nederlandse bedrijven, zowel in het verleden als in het heden. 

De doelstelling wordt bereikt door: 

a. Het inrichten en in stand houden van passende huisvesting voor het museum, momenteel ondergebracht in het voormalige stadhuis van de gemeente Maassluis, Hoogstraat 1, alsmede het naastgelegen pand Hoogstraat 3 in de gemeente Maassluis. 

b. Het verzamelen en tentoonstellen van voorwerpen, scheepsmodellen, schilderijen, foto's en documentatie. 

c. Het verzamelen, bijhouden en ter inzage geven van documentatiematerialen. 

d. Het organiseren van lezingen, dia- en filmvoorstellingen, voor zover zulks betrekking heeft op de interessesfeer van het museum, en voorts met alle middelen welke ter bereiking van het doel dienstig kunnen worden geacht. 

Een korte geschiedenis van het Nationaal Sleepvaart Museum: 

Ontstaan 

In 1977 vatte een aantal belangstellenden in de sleepvaartwereld het plan op om een museum over de Nederlandse sleepvaart op te richten. Op initiatief van de toenmalige burgemeester van Maassluis werden contacten gelegd met sleepdiensten en andere belangrijke geïnteresseerden in het gehele land. Maassluis had toen al een lange historie op zeesleepvaartgebied. Sinds de opening van de Nieuwe Waterweg in 1872 immers was Maassluis de thuishaven voor de zeeslepers van L. Smit en Co's Sleepdienst (het latere Smit Internationale NV). 

Het toeval wilde dat in 1977 het oude stadhuis van Maassluis, een historisch pand gebouwd in 1675/1676, geruime tijd leeg stond. De gemeente Maassluis, sleepdiensten en particulieren vonden elkaar in de Stichting Nationaal Sleepvaart Museum. Het oude stadhuis werd door de gemeente Maassluis om niet ter beschikking van het museum gesteld en de sleepvaartrederijen van Smit en Wijsmuller stonden in eerste aanleg garant voor de benodigde financiën in de vorm van donaties, waarvan de hoogte en het al dan niet verstrekken daarvan ieder jaar zou worden bezien. Een bestuur werd geformeerd en een Raad van Toezicht en Advies benoemd, bestaande uit de directeuren van de grote Nederlandse sleepvaartrederijen en de burgemeester van Maassluis. Op 27 december 1978 werd de oprichtingsakte te Maassluis verleden en het Nationaal Sleepvaart Museum was een feit. 

Ontwikkeling 

De vroegere trouwzaal van het Stadhuis werd in gebruik genomen voor wisseltentoonstellingen, de voormalige keuken werd als een winkeltje ingericht en de zolderruimte werd in gebruik genomen als depot. In het souterrain werden een archief, bibliotheek, documentatiecentrum en administratieruimte ingericht, alsmede nog een bescheiden ruimte voor de exposities. Tentoonstellingen werden in het begin opgebouwd met behulp van geleende modellen en fotomateriaal, dat soms mocht worden behouden. 

Het aangrenzende pand is in een later stadium bij het museum getrokken. 

De totale vloeroppervlakte waarover kon worden beschikt voor alle activiteiten was beperkt en bedroeg niet meer dan zo'n 110 vierkante meter. Er was dan ook al spoedig behoefte aan meer ruimte. 

In 1984 stond het aangrenzende pand te koop. Dit pand werd gekocht, verbouwd en bij het museum getrokken. 

Door toevoeging van dit pand werd de beschikbare vloeroppervlakte met zo'n 150 vierkante meter vergroot en werd vanaf dat moment naast de al in gebruik zijnde zaal voor wisselexposities (2 per jaar), een semipermanente tentoonstelling mogelijk, die , zoals het woord al zegt, regelmatig aan de actualiteit werd aangepast. 

Het museum beschikt sinds kort over ca. 100 m2 droge en verwarmde opslagruimte in de "Dukdalf" te Maassluis waar het centrale archief is ondergebracht. 

De laatste jaren is veel geïnvesteerd in zowel inrichting van het museum, IT alsmede PR. O.a. de Zeezaal en receptie zijn totaal vernieuwd, er is een geavanceerd filmsysteem, een digitaal bezoekers informatiesysteem, een scheepstermenspel, een vernieuwde website met webcam etc. Ook is er in 2015 een nieuwe promotiefilm en folder geïntroduceerd. 

Er zijn op korte termijn plannen om de Rijn- binnenvaartzaal en Havenzaal totaal te renoveren. 

Het museum is een door de Nederlandse Museumvereniging gecertificeerd museum. 

Het NSM heeft zich in betrekkelijk korte tijd weten te ontwikkelen tot een museum van enige omvang. Niet groot, maar wel bijzonder door de collectie, de locatie (in het oude stadhuis)aan de binnenhaven met de historische sleepboten, de bedrijfsvoering (uitsluitend vrijwilligers) en geavanceerde middelen. 

Huidige organisatie 

Raad van Toezicht en Advies 

Het toezicht op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken wordt uitgeoefend door een uit tenminste zes leden bestaande Raad van Toezicht en Advies. De Raad kan aan het Bestuur gevraagd en ongevraagd adviezen geven. Leden van de Raad kunnen geen deel uitmaken van het bestuur. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen geen vergoeding voor hun werkzaamheden.

Bestuur 

Het NSM wordt bestuurd door een college dat uit een oneven aantal van tenminste vijf leden bestaat en uit zijn midden een voorzitter, vicevoorzitter, secretaris en penningmeester kiest. De voorzitter wordt voor benoeming voorgedragen aan de leden van Raad van Toezicht en Advies. Bestuursleden worden voor een periode van drie jaar benoemd en zijn herkiesbaar. De leden van het Bestuur ontvangen geen vergoeding voor hun werkzaamheden.

Bedrijfsvoering 

Het Nationaal Sleepvaart Museum wordt in stand gehouden dankzij de inzet van een groot aantal vrijwilligers. De noodzakelijke fondsen worden enerzijds verkregen door jaarlijkse donaties van een aantal (zee)sleepvaartrederijen en daarmee verwante of samenhangende bedrijfstakken en particulieren en anderzijds door eenmalige sponsoring van de exposities. Er zijn geen betaalde personeelsleden. Een aantal vrijwilligers ontvangt een beperkte reiskostenvergoeding. Er worden aan vrijwilligers geen andere vergoedingen verstrekt.  

Een onmisbaar aspect van de bedrijfsvoering wordt gevormd door het gebruik om niet van de panden Hoogstraat 1 en 3 die eigendom zijn van de gemeente Maassluis. De vrijwillige medewerkers dragen zorg voor het dagelijkse reilen en zeilen van het Nationaal Sleepvaart Museum. Dat wil zeggen, zowel bestuurlijk als uitvoerend worden de diverse taken door vrijwillige medewerkers verricht. 

De dagelijkse gang van zaken (de uitvoering en de controle op voortgang en kwaliteit daarvan) is de directe verantwoordelijkheid van het Bestuur. Bijna alle bestuursleden hebben een specifieke verantwoordelijkheid. 

Naast de actieve vrijwillige medewerkers kent het NSM een grote groep donateurs. Ook deze groep die van groot belang is voor het voortbestaan van het NSM wordt actief bij het wel en wee van het museum moeten betrokken. 

De collectie 

Het verzamelbeleid van het NSM is gericht op de historie van de nationale zee-, Rijn- rivier-, haven- en binnensleepvaart als ook berging, offshore-activiteiten en zwaar transport te water. 

De collectie van het NSM is nagenoeg volledig digitaal beschreven. Voor het toegankelijk maken van de collectie wordt gebruik gemaakt van het database programma Access. Dat geldt ook voor de bibliotheek en het archief van het Nationaal Sleepvaart Museum. Een deel van de collectie is te bewonderen op de website van Maritiem Digitaal. 

Het publiek 

Het Nationaal Sleepvaart Museum richt zich op de volgende doelgroepen, te weten : algemeen geïnteresseerden, toeristische bezoekers van Maassluis, personeel en oud-personeel uit de sleepvaartwereld, leerlingen van het basis- en voortgezet onderwijs, leden van de Rotary en Probus, donateurs, leden van historische verenigingen en leden van de diverse ouderenbonden. 

Het Nationaal Sleepvaart Museum ontvangt jaarlijks circa vierduizend bezoekers. 

Stappenplan 

· Er zijn concrete plannen om binnen afzienbare tijd de Rijn- binnenvaartzaal en Havenzaal totaal te renoveren. 

· Ruimtegebrek dwingt ons een nieuw collectieverzamel- en afstotingsbeleid te ontwikkelen. 

· Een goed gemeentelijk citymarketingbeleid, met gevolg meer bekendheid als sleepboothavenstad is ook voor het sleepvaartmuseum van essentieel belang. Binnen onze mogelijkheden zullen we hier volledige medewerking aan verlenen. 

· Belangrijk is de rol van de gerelateerde sleepvaartbedrijven bij daadwerkelijke ondersteuning in de promotie van het museum, zoals bekendheid geven aan het museum op beurzen, actief vrijwilligers en donateurs werven etc. 

Uiteindelijk zijn we toch het enige Sleepvaartmuseum ter wereld ! 

Als we niet alleen lokaal maar ook internationaal goede en grote bekendheid krijgen, is de stap naar een internationaal sleepvaart museum ook niet meer zo heel erg groot 

Slot 

Veel van wat in vorige beleidsplannen is geschreven, geldt nog steeds voor het huidige NSM. 

Vandaar ook dat er geen volledig nieuw beleidsplan geschreven is. 

Het museum is echter niet stil blijven staan. 

De tentoonstellingen lopen goed tot heel goed. De registratie en documentatie zijn op orde. Digitalisering en IT zijn ver doorgevoerd. En vooral, de financiële basis van het NSM is op orde. De begroting is bescheiden en goed doordacht. Echter we blijven een klein museum met beperkte middelen. 

Dat heeft zijn charme, maar ook zijn beperkingen. 

Het Nationaal Sleepvaart Museum ontvangt geen subsidie en wordt gaande gehouden door circa vijftig vrijwilligers. Het gaat hier om bijna professionele amateurs die er alles aan doen het museum op niveau te houden. En dat doen ze met bezieling en vreugde. 

Zonder de financiële steun van sponsoren, waaronder niet in de laatste plaats nationale rederijen en werven, begunstigers en donateurs, de medewerking van de gemeentelijke overheid en de belangeloze medewerking en motivatie van onze vrijwilligers zou het Nationaal Sleepvaart Museum er nooit gekomen zijn en zou het nu ook niet meer dan bijna 40 jaar bestaan. 

"Slechts met niet aflatende voortzetting van genoemde steun kan dit bijzondere museum ook in de eenentwintigste eeuw voortbestaan", met deze woorden werden de vorige beleidsplannen afgesloten. 

Dat willen we graag zo houden !